De recentste NEVI Inkoopmanagersindex (PMI) voor maart 2024 schetst een beeld van voorzichtig optimisme binnen de Nederlandse productiesector, ondanks aanhoudende uitdagingen en een langdurige periode van economische tegenwind. De PMI-hoofdindex, die de gezondheid van de industriële sector meet, is in maart licht gestegen naar 49.7, van 49.3 in februari. Hoewel deze score nog onder de kritische drempel van 50 ligt, die een stabilisatie van de bedrijfsactiviteiten markeert, wijst het op een vertraging van de krimp. Dit is de kleinste afname in negentien maanden, wat duidt op een mogelijke kentering in de sector
Voor het eerst in ruim een jaar nam de productieomvang toe, en het aantal nieuwe orders steeg voor het eerst in twintig maanden. Deze ontwikkelingen, in combinatie met een tweede achtereenvolgende maand van banengroei, duiden op een langzaam herstel en droegen bij aan de verdere stijging van de PMI-hoofdindex richting de drempel van 50.0.
Bedrijven blijven echter hun voorraden verkleinen, een trend die al veertien maanden aanhoudt, zij het dat de voorraaddaling in maart de kleinste was in deze periode. Het optimisme over de toekomstige productieomvang daalde licht, wat resulteerde in een deelindex die verder onder de historische trend dook. Dit gematigde optimisme weerspiegelt wellicht zorgen over toekomstige marktomstandigheden ondanks plannen voor investeringen, groei en nieuwe projecten.
De stijging in nieuwe orders, deels toegeschreven aan verbeterde vraag en nieuwe projecten, was opmerkelijk. De buitenlandse vraag, voornamelijk van Europese klanten, nam ook toe en markeerde de grootste toename in bijna twee jaar. Als reactie hierop hebben Nederlandse producenten hun productieomvang vergroot, een positieve ontwikkeling die aangeeft dat de sector zich mogelijk stabiliseert.
De groei van de personeelsbestanden in maart werd toegeschreven aan het vervullen van vacatures, ondanks dat de banengroei beperkt was en vergelijkbaar met die van februari. De verbetering van de prestaties van leveranciers in maart suggereert een verminderde druk op de capaciteit, hoewel er meldingen waren van vertraagde leveringen.
De daling van de inkoopprijzen was de kleinste in meer dan een jaar, deels toegeschreven aan lagere grondstofprijzen. Tegelijkertijd stegen de verkoopprijzen voor de derde achtereenvolgende maand, met een bescheiden inflatie die iets hoger was dan in de voorgaande maand.
Het lichte herstel in de Nederlandse productiesector, gedreven door een toename in productieomvang en nieuwe orders, biedt een basis voor voorzichtig optimisme. Ondanks enige terughoudendheid onder bedrijven, vooral wat betreft voorraadniveaus en toekomstige productieomvang, wijzen de huidige trends op potentiële stabilisatie en groei in de komende maanden. De sector staat echter voor uitdagingen, waaronder de noodzaak om zich aan te passen aan veranderende marktomstandigheden en externe druk, terwijl het streven naar duurzaam herstel voortduurt.
Bron: NEVI